1. De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2018 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan artikel 1 van deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
De lidstaten dienen uiterlijk op 30 juni 2021 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan de artikelen 2 en 3 van deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Zij passen de bepalingen die nodig zijn om aan artikel 1 van deze richtlijn te voldoen, toe met ingang van 1 januari 2019.
Zij passen de bepalingen die nodig zijn om aan de artikelen 2 en 3 van deze richtlijn te voldoen, toe met ingang van 1 juli 2021.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.